Vanaf 1 januari 2015 geldt de aanzegplicht.
Dit is van belang bij tijdelijke contracten, dus contracten die voor een beperkte tijd gelden.
Wat houdt die aanzegplicht in?
U bent verplicht om een maand voorafgaand aan het eindigen van een tijdelijk contract, de werknemer aan te zeggen. Dat betekent dat u de werknemer vertelt -schriftelijk- of u hem/haar in dienst houdt of niet. U bent dus verplicht om altijd een werknemer duidelijkheid te verschaffen over zijn contract. Wilt u de werknemer in dienst houden dan vertelt u de werknemer ook onder welke voorwaarden u de dienstbetrekking wilt voortzetten.
Waarom? Omdat u netjes met uw personeel hoort om te gaan. En dat betekent dat als u zo als gewoonlijk de werknemer met een tijdelijk contract op tijd duidelijkheid verschafte, u dit nu in ieder geval schriftelijk moet doen. Deed u dat niet? Dan is dit wetsartikel speciaal voor u geschreven.
Er staat een boete op het niet voldoen aan deze verplichting, tot maximaal 1 maandsalaris. Let op: dat geldt dus ook voor de werkgever die niet aanzegt, maar wel doorgaat met deze werknemer!
De boete, de zogenaamde aanzegvergoeding, heeft geen gevolgen voor de WW-uitkering of de ZW-uitkering. De aanzegvergoeding moet binnen twee maanden na afloop van het contract worden opgeëist.
Verder is het volgende van belang:
- De aanzegplicht geldt niet voor contracten korter dan zes maanden. Maar wel voor contracten die zes maanden of langer duren!
- De aanzegplicht geldt niet voor contracten zonder een kalendereinddatum (bijv. bij herstel van ziekte van werknemer X of gedurende een project).